Gedichten  van  HERME  G.  DONIS
vertaald door Fa Claes


Herme G. Donis werd geboren in1951 in Villalón de Campos (Valladolid, Spanje). Ze was medebeheerster van het literaire tijdschrift Hydra (1973-1976) en van de poëziereeks Cuadernos de Cristal (1982-1991). Ze coördineerde bovendien het wekelijkse culturele supplement "Jueves Literarios" (1982- 1985) van het dagblad La Voz de Avilés.
Ze publiceerde de verzenbundels Catón de infancia (Avilés, 1983), Marginalia urbana (Oviedo, 1986), El fuego desvelado (Madrid, 1987), Mientras el tiempo pasa (Mieres del Camino, 1989), Peregrinas andanzas (Gijón, 1997), een bundel die geselecteerd werd voor de Premio Nacional de Poesía 1998, en Vida y memoria 1983-2002 (Gijón, 2002). Veel van haar gedichten werden in bloemlezingen opgenomen. Ze is vrije medewerkster aan verschillende tijdschriften.




VOCES DE LA MEMORIA


El tiempo huye
y no da oportunidad
a la tierra para que asiente
la huella de tu paso.
Sobre el agua remansada
de los días, corruptas
flotan las horas del pasado.
Recuperarlas
-aunque algunas duelan-,
salvarlas
de la aridez que da el olvido,
será cálido propósito
para quien camina
hacia el invierno
ya sin prisa ni tristeza.



IMPRESIÓN REPETIDA


En el mar que en el interior retumba,
ahora sólo persiste la certeza
de que después de la intrépida aventura
que es la vida, nada de ti irá más lejos
de la fría intimidad que da la tierra.
Ultimará allí la muerte tu silencio.



INSOMNIO II


Regresa la luz.
Esta luz que ve pasar
el agua, las nubes, los otoños.
Esa luz que sólo existe
para los niños
que en la inocencia
de su edad ignoran
que son seres en tránsito
y tienen en sus manos
el don aún por mancillar
de la esperanza.

Y otra vez la mañana,
con el poder del sol,
camina despacio
hacia otro insomnio
disfrazando en la engañosa
paz de un día perfecto
los hábitos tristes
de los hombres heridos
por la vieja aflicción
de las costumbres vanas.



EL MUNDO EN UN LIBRO


Sin traspasar fronteras
-alguien leyó en las líneas
de tu mano que viajarías poco-,
conoces el mundo en toda su pureza.
Dulces envenenadores,
tus tiranos, han sido los libros,
de los que has aprendido
lo que con paciencia y amor
el hombre o algún dios
han levantado.
Por ellos se expanden todos los caminos
y son sus páginas un reino
alejado de las tristes ciudades
donde habitan las gentes
que nunca miran,
que todo lo empañan,
que todo lo convierten en olvido.
Sabes de pájaros, árboles,
flores, agua, nieve,
maderas, piedras y metales,
porque has leído nido, bosque,
jardín, río, montaña,
ébano, gema y plata.

Siempre el mundo en un libro
diciéndote que es hermosa la vida,
aunque la vivas desde un cuarto.



SEÑALES


Hay noches extrañas
-cuando todo es arena-
en las que te sientes arrojada
del frágil universo
que alienta la memoria.
Del otro lado de la luz
se te hacen las señales
convenidas e inútil
es ignorar el estruendo
vigoroso de la voz
que desvela a las víboras.
Encerrada en el vértigo
que presiente la ausencia
reconoces tranquila
el brillo inesperado
del frío estilete
que te hundirá en el polvo
y por la espalda.



TIEMPO DE INOCENCIA


Era la época lenta
en la que los ojos infantiles
atesoraban paisajes e inocencia
para futuras nostalgias;
para que, pasados tantos años,
una mujer adulta
escribiera en esta tarde atravesada
por el largo ocio de un domingo
colgado en el vacío,
unos versos que la devolvieran,
por un minuto,
al cálido mundo de la despreocupación
y la alegría que siempre bulle
en la sangre nueva de los niños,
al tiempo sin horas que transita
por el rincón amarillo
donde reposa, inalterable,
el rostro feliz de la fotografía.



LA VIDA EN VILO


Aquí estás
a vueltas con el tiempo,
aprendiendo a morir
en esta mansedumbre
de atardecer constante.
La muerte llegará
y será así,
como siempre ha sido:
un acto intrascendente.
No dramatices.
De hecho, es ella
el único objeto
de la vida.


STEMMEN UIT HET GEHEUGEN


De tijd vlucht
en geeft de aarde geen
gelegenheid om het spoor
van je stap op te nemen.
Op het tot rust gekomen water
van de dagen drijven
de onbetrouwbare uren van het verleden.
Ze recupereren
- hoewel sommige pijn doen -,
ze van de onvruchtbaarheid
vrijwaren die de vergetelheid meebrengt
zal het gulhartige voornemen zijn
van wie op weg is
naar de winter
zonder haast of droefheid.



HERHAALDE INDRUK


In de zee die in je binnenste dreunt
blijft nu alleen de zekerheid bestaan
dat na het onverschrokken avontuur
dat het leven is niets van je verder zal reiken
dan de koude intimiteit die de aarde schenkt.
Daar zal de dood je stilte voltooien.



SLAPELOOSHEID II


Het licht keert weer.
Het licht dat het water, de wolken,
de herfsten ziet voorbijgaan.
Dat licht dat alleen bestaat
voor de kinderen
die in de onschuld
van hun jaren niet beseffen
dat ze wezens op doortocht zijn
en in hun handen nog
de gave dragen om te morsen
met hoop.

En weer eens stapt
de morgen met de macht
van de zon langzaam
naar andere slapeloosheid
en vermomt onder de bedrieglijke
vrede van een volmaakte dag
de droeve gewoonten
van de mensen die gekwetst zijn
door het oude verdriet
van de vergeefse geplogenheden.



DE WERELD IN EEN BOEK


Zonder grenzen te overschrijden
- iemand las in de lijnen van je hand
dat je weinig zou reizen -
ken je de wereld in al zijn zuiverheid.
Zachtmoedige gifmengers
waren je boeken, je tirannen,
van wie je hebt geleerd
wat de mens of enige god
met geduld en liefde
heeft doen verrijzen.
Door hen verbreiden zich alle wegen
en hun bladzijden zijn een rijk
ver weg van de droevige steden
waar de mensen wonen
die nooit kijken,
die alles aantasten,
die alles in vergetelheid omzetten.
Jij weet van vogels, bomen,
bloemen, water, sneeuw,
hout, stenen en metalen
omdat je nest hebt gelezen, bos,
tuin, rivier, berg,
ebbenhout, edelsteen en zilver.

Altijd de wereld in een boek
dat je zegt dat het leven mooi is
al beleef jij het slechts vanuit een kamer.



TEKENS


Er zijn vreemde nachten
- als alles zand is -
waarin je je weggerukt voelt
van het breekbare universum
dat het geheugen beademt.
Van de andere kant van het licht
sturen ze je de overeengekomen
signalen en het is nutteloos
om het heftige kabaal
van de stem te ignoreren
die de adders ontmaskert.
Opgesloten in de duizeling
die de afwezigheid voorvoelt
herken je rustig
het onverwachte glinsteren
van het koude stilet
dat je nog wel ruggelings
in het stof ten onder zal brengen..



TIJD VAN ONSCHULD


Het was het langzame tijdperk
waarin de kinderlijke ogen
landschappen en onschuld opspaarden
voor toekomstige weemoed,
opdat na zoveel jaren
een volwassen vrouw
op deze avond doorkruist
door de lange vrije tijd van een zondag
die in de leegte is opgehangen
enkele verzen zou schrijven die haar
voor een minuut terugvoerden
naar de ware wereld van de zorgeloosheid
en van de vreugde die altijd bruist
in het nieuwe bloed van de kinderen
in de tijd zonder uren die voortschrijdt
door de geelkleurige hoek
waar onveranderlijk het gelukkige
gezicht van de foto staat.



HET LEVEN IN HET ONGEWISSE


Hier lig je
overhoop met de tijd
terwijl je leert sterven
in deze zachtmoedigheid
van voortdurende avondval.
De dood zal komen
en het zal zijn
zoals het altijd is geweest:
een niet transcendente daad.
Maak het niet dramatisch.
In feite is hij
het enige streefdoel
van het leven.




Terug naar Index